Er zijn veel planten in de Lipbloemenfamilie die als smaak- of geurkruid in gebruik zijn. Echte Tijm is een tuinplant, gekweekt voor keuken en linnenkast. De Wilde Tijm is er ook bij. Waardplant voor pittige kostelijke honing.
Bloei
De kleine openstaande lipbloemen vormen vanaf eind mei alle tezamen een aantrekkelijk geheel voor veel honingzoekende insecten.
Leefplek
Stenige droge bodems en arme heidegronden zijn geliefde plaatsen voor de Wilde Tijm. Ook wel de grazige bermen van zandwegen. De Grote Tijm houdt meer van zandige rivierduinen en kalkrijke hellingen.
Areaal
Berggebieden herbergen diverse soorten tijm. De Wilde (Kleine) Tijm is meest in de gematigde noordelijke Europese zone te vinden. De Grote Tijm is tot de Midden Europese zone beperkt.
Naam
De geur van “Tijm” (vroeger: “Thijm”) werd vooral vroeger aangewend als smaakmaker, geurverbeteraar en ook in wierook. Het Griekse “thuoo” voor “doen geuren” o.a. bij offers, leidde tot “thumon” en het Latijnse “thymus”.
Het voortkruipend karakter van de plantentakken is verwoord in het “serpyllum” dat is afgeleid van het Latijnse “serpere” dat “kruipen” betekent en ook voorkomt in “serpent” voor slang.
“Pulegioides” wil enkel zeggen “op Polei gelijkend” waarbij Polei (“Pulegium”) inderdaad een nauw verwant geslacht is.
Kenmerk
De onderste delen van Tijm zijn houtig. De plantenzoden overwinteren groen. Uit kruipende stengels komen bloeitakken omhoog.
De kleine bloemen zitten vereend in bolle of langwerpige bloeiwijzen. De meeldraden steken buiten de purperrode, zelden witte bloemkelken uit.
De leerachtige blaadjes aan de heel dunne roodachtige stengeltjes zijn elliptisch en leveren bij wrijven en kneuzen een sterke aromatische kruidige geur, enigszins op citroen gelijkend.
De verschillende Tijm soorten zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden. De Echte Tijm is wat groter, groeit meest rechtop en heeft bloemtrosjes aan vertakkingen.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen