dn nieuwe hof kop 202310

Zilte schijnspurrie – Spergularia salina (=marina); Gerande schijnspurrie – Spergularia maritima (=media); Rode schijnspurrie – Spergularia rubra

De Zilte Schijnspurrie is samen met de nauw verwante Rode en de Gerande Schijnspurrie onderdeel van de Anjerfamilie, waar ook de Spurriesoorten in passen.

Rode schijnspurrie - Spergularia rubra 4op3

Bloei

De bloei van de spurriesoorten loopt nogal uiteen. De Heidespurrie is daarbij de eerste in april al en de Rode schijnspurrie volgt in mei, terwijl de Gewone spurrie pas in juni bloeit. Intussen bloeien vanaf mei de Zilte en vanaf juni de Gerande schijnspurrie de zomer door.

Leefplek

Zand is de grond waar de Spurrie zich thuis voelt. Samen met de Rode schijnspurrie op de heide. Vooral op open plekken.
De Zilte en Gerande schijnspurrie daarentegen horen thuis op zilte sterk verdichte bodems. Daarbij heeft de Zilte voorkeur voor kale schorren in open kustgebied terwijl de Gerande tussen planten op hogere kwelders gedijt. Langs gepekelde wegen komt de Zilte nu ook voor als tredplant.

Areaal

Cultuurvolgers van gematigd Europa. Vroeger werd Spurrie als groenvoer en groenbemester verbouwd.
In de prehistorie diende Spurrie als voedselplant voor de mens. Later alleen als noodrantsoen bij mislukken van de graanoogst.
Schijnspurrie komt van nature voor in Europese kustgebieden en in woestijnen. Is nu evenwel kosmopoliet.

Naam

Mogelijk moet het woord “Spurrie” in verband gebracht worden met het Latijnse “Spergula” of “Spargula” en “spargere” dat “verspreiden” betekent. Verwant is het Griekse “spargè” of “jonge loot” en “asparagos” voor de “asperge”; inderdaad een jonge loot. Het is voor de Schijnspurrie duidelijk dat het een “spurrie-achtige” is zoals de geslachtsnaam “Spergularia” dan ook zegt. Daarbij komen dan de soortnamen “salina” voor “zilte” en “maritima, marina” voor “aan de zee”. De soortnaam “Gerande” is ontleend aan de afgeplatte vleugelrand rond het zaad.

Rode schijnspurrie - Spergularia rubra tekeningKenmerk

Spurrie is een éénjarig ijle lage plant met dunne aan de voet sterk vertakte stengels en smalle iets vlezige blaadjes in schijnbare kransen. Dat zijn evenwel in twee groepen bijeen staande blaadjes. De tweejarige grotere (tot 50 cm) Gerande schijnspurrie is een vertakte plant met 9 of 10 meeldraden, aan de voet houtig met stevige penwortel. De Zilte is éénjarig en blijft klein met een dunne penwortel en 5 meeldraden.
De smalle lijnvormige bijna rolronde vlezige blaadjes staan bij de Schijnspurrie om de stengelknopen tegenover elkaar met driehoekige steunblaadjes aan de voet en niet zoals bij Spurrie in schijnkransen rond de stengels.
De bloempjes staan eindstandig aan losse bijschermen. De sterachtige bloem is vijftallig en de kroonblaadjes zijn niet ingesneden. Kelk- en kroonblaadjes zijn niet vergroeid. Spurrie heeft 5 stijlen maar Schijnspurrie heeft slechts 3 stijlen en rozerode kroonblaadjes. De vruchten zijn doosvruchtjes die met 3 kleppen openspringen. Het zaad kan zeer lang kiemkracht behouden.

Meer foto’s in foto-album

Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen