Zilverschoon is een Ganzerik en dat geslacht behoort tot de Rozenfamilie.
Bloei
In mei tooit het geslacht Ganzerik zich met lichtgele roosachtige bloempjes.
Leefplek
Ruigten en grazige terreinen en ook in duinzand en aan de wegkant. Ook echter op vochtige voedselrijke terreinen. Verdraagt bijna alle grondsoorten en ook brakke grond.
Areaal
Eurazië en kosmopolitisch.
Naam
“Zilverschoon” heeft blad met een zilverige onderzijde. De oude naam “Potentilla” is afgeleid van het Latijnse “potens” dat “machtig” betekent. Als geneeskruiden waren de Potentilla’s bekend als “de krachtig werkende”. De “Gans” (=“anser”) heeft men wel gevoerd met de “Ganserick” en met de “Genserich”. De planten “hoorden bij de gans” (“anserina”).
Kenmerk
Het zijn lage overblijvende planten met diep ingesneden blad. Dat heeft gemiddeld 4-6 dubbeltallen gezaagd blad met een topblad en nog kleine tussenblaadjes aan één bladstengel. De onderzijde van het geveerde blad is witviltig behaard. De bladeren staan in bundels. De stengels kruipen en krijgen lange roodachtige uitlopers die op de knopen kunnen wortelen en nieuwe planten zullen vormen.
De bloemen (ca. 15 mm) zijn 4 of 5 tallig en alzijdig symmetrisch. De groene kelkbladen staan als een ster weinig zichtbaar tussen de citroengele stralende afgeronde kroonbladen. Veel meeldraden in het bloemcentrum.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen