Deze zomerbloeier is duidelijk een Composiet. Wordt vanwege de bloemvorm ook wel Madelieffijnstraal genoemd.
Bloei
De langdurige bloei begint in juli.
Leefplek
Allerlei bodems van tuinen en langs de rivieren. Treedt op als pionierplant. Ook in akkerranden en wegbermen. Grind en stenige bodems zijn ook goed.
Areaal
Europa. Al in de 18e eeuw als sierplant uit N. Amerika afkomstig.
Naam
Een zomerbloeier voorzien van fijne straalbloempjes. De naam “Erigeron” is ontleend aan het Grieks “èrigerón” dat “vroeg grijs” betekent en verband houdt met de snelle overgang van de bloemen in zaadvorming met grijze pluizenbollen. De toevoeging “annuus” betekent “éénjarig” hetgeen bij deze plant niet altijd juist blijkt te zijn. De ook wel gebruikte benaming “Madelieffijnstraal” geeft gelijkenis met “Madeliefje” en tevens “Fijnstraal” aan.
Kenmerk
Eén- of meerjarige plant die middelhoog tot hoog kan worden en langdurig bloemen levert. De rechtopstaande stengels zijn iets behaard en alleen bovenaan wat vertakt. Het iets getande blad is eirond met korte gevleugelde steel en staat verspreid. De onderste bladeren verdrogen al tijdens de bloei. De hogere bladeren zijn smaller.
De bloemhoofdjes in losse pluimen zijn wit of lichtblauw van kleur met veel fijne straalbloemen rond een gele buisbloem kern. De bloemhoofdjes lijken veel op die van de nauw verwante Asters waar de lintbloemen breder zijn. Bij rijpheid slaan de omwindselblaadjes terug en wordt er een bolvormig vruchthoofdje, een pluizenbol, gevormd.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen